Eerste voet in Afrika
We spreken met hem vanuit Aat, in de provincie Henegouwen, waar hij woont met zijn vrouw. Hij vertelt hoe hij in 1973 tropische geneeskunde studeerde tijdens zijn doctoraatsstudies in de pediatrie. Zijn vrouw, die oogarts is, startte in 2003 een vzw op om cataract in Congo te bestrijden. Zo zet Patrick Peeters voor het eerst voet op Afrikaanse bodem. Hij zet verschillende projecten op en komt in contact met het ziekenhuis van Kimbondo, net buiten Kinshasa, dat via hem gedurende enkele jaren een partnerziekenhuis werd van Artsen Zonder Vakantie.
Werkgroep pediatrie
Sinds 2005 begint Patrick Peeters zendingen voor Artsen Zonder Vakantie te doen. Uit de behoefte ervaringen uit te wisselen met andere vrijwillige pediaters die op het terrein werkten, richtte hij twee jaar later een werkgroep op. De werkgroep combineerde het nuttige aan het aangename. Ze namen tijd om over kindergeneeskunde in Centraal-Afrika te praten en leerden mekaar beter kennen tijdens het etentje achteraf.
Voor een zending naar het kinderziekenhuis Kalembe Lembe in Kinshasa maakte Patrick een tiental powerpoints. “Er was in die tijd politieke onrust waardoor het diensthoofd én tevens kinderarts van dat ziekenhuis verbannen werd. Daardoor zat het ziekenhuis al een hele tijd zonder diensthoofd en hadden ze mijn hulp ingeroepen. Net op de dag dat ik begon, werd ze vrijgesproken en mocht ze terug werken. Er zijn in het algemeen heel weinig kinderartsen in Congo. Kinderen worden vaak doodziek naar een ziekenhuis gebracht, waar ze binnen de 24 uur sterven. Om dat sterftecijfer te doen dalen, probeerde ik een overzicht te geven van mijn kennis over pediatrie in tien presentaties. Dat ging bijvoorbeeld over het gebruik van antibiotica, of over wat te doen bij kinderen met acute problemen aan de luchtwegen, enzovoort.”
Structuur voor de volksgezondheid
Ondertussen trad Patrick Peeters toe tot de Raad van Bestuur, werd ondervoorzitter en vier jaar later voorzitter van Artsen Zonder Vakantie. Een functie die hij gedurende jaren met hart en ziel bekleedde. Hij gaf een interview op RTBF dat niet onopgemerkt voorbijging voor Douchan Beghin, toenmalig docent Volksgezondheid en Pediatrie aan de Vrije Universiteit van Brussel. “Hij was geboeid en klaar om ons te helpen. Hij gaf richtlijnen om die powerpoints en het materiaal dat we verzamelden, te structureren om te kunnen gebruiken voor de volksgezondheid in Zuid-Kivu. Mijn powerpoints werden fiches. De fiches groeiden uit tot 75 pediatrische protocollen. We baseerden alle protocollen op het Blauwe Boekje van de Wereldgezondheidsorganisatie die basisrichtlijnen geeft voor kindergeneeskunde over alle continenten heen. We gebruikten zelfs dezelfde nummering. We hebben in feite een aantal bladzijden leesbaarder, hanteerbaarder gemaakt.”
Niet wachten, maar onmiddellijk handelen
In datzelfde jaar reisden Peeters en Beghin naar het ziekenhuis van Kimbondo om de protocollen aan te leren aan de artsen en verpleegkundigen. Douchan met de bril op van volksgezondheid, Patrick vanuit zijn ervaring in de praktijk. “Wat te doen met een kind dat in comateuze toestand in een ziekenhuis terechtkomt? Het moet een reflex worden. Als een kind met uitdrogingsverschijnselen wordt binnengebracht, moet je onmiddellijk handelen. Een bijkomend probleem is dat het gezondheidssysteem daar hiërarchisch wordt georganiseerd. Een ouder met een ziek kind klopt eerst aan bij een gezondheidscentrum (centre de santé), waar, in vele gevallen, een verpleger beslist welke hulp er al dan niet geboden wordt. Nog te vaak volgt het advies om nog een dag te wachten, om dan pas naar een ziekenhuis te gaan. Het is goed dat er nu wordt ingezet om ook die zorgverleners, die verantwoordelijk zijn in de centra, goed op te leiden. Alleen dan kan er een vermindering van de sterftecijfers bekomen worden.”
Nationale erkenning
Beghin deed nog verschillende zendingen naar Zuid-Kivu om de protocollen ook in andere ziekenhuizen te introduceren in samenwerking met BDOM. In 2013 contacteert hij Dr. Zozo Musafiri die voor de provinciale overheid werkt, een oude bekende die aan de ULB Volksgezondheid studeerde. Ondertussen worden de protocollen in Zuid-Kivu door de lokale overheid verspreid en maken er een zestigtal ziekenhuizen gebruik van. “Het is altijd mijn droom geweest om ze nationaal te laten erkennen. Maar ik kreeg vaak te horen dat ik hierin te ambitieus was. Deze protocollen zijn een reddingsboei voor de zorgverleners ter plaatse. Zelfs hier in België kan een arts in paniek geraken wanneer hij een heel zwaar ziek kind op consultatie krijgt. Maar die heeft een hele batterij aan voorzieningen waarop hij kan terugvallen. De artsen in Congo niet. Dus ik ben heel blij dat Dr. Zozo Musafiri dit ter harte neemt. Dat betekent niet dat het gemakkelijk zal gaan. Hij kent gelukkig de juiste mensen in de juiste posities om dit thema te bespreken. Mochten ook de universiteiten mee aan boord gaan, zou onze taak helemaal vervuld zijn.”
(G)een limiet
Onlangs werd de maximumleeftijd om zendingen te kunnen blijven doen, gelimiteerd tot 75 jaar. Patrick Peeters is er ondertussen 73. “Ik voel me zo oud nog niet. Dus het is jammer dat die maximumleeftijd dichterbij komt. Aan de andere kant blijf ik bezig. De werkgroep van pediaters is een begrip geworden bij de Belgische universiteiten. We worden als experten beschouwd, waar ik fier op ben. Gelukkig staat er op bijleren en luisteren geen limiet. Dus ik blijf voort werken zoals altijd en wens ook Artsen Zonder Vakantie een mooie toekomst met een verderzetting van alle projecten en verwezenlijkingen.”
Tekst: Ann Palmers