Kort op de bal
Een spoedafdeling is een dienst die bij ons ook nog vrij jong is, maar in deze Afrikaanse landen quasi onbestaande. “Ik hou van de directheid van een spoedafdeling. Eigenlijk ben ik er bij toeval ingerold maar dit werk is mijn passie geworden. Het kort op de bal spelen, mensen met een acute vraag kunnen helpen, het teamwerk samen met de verpleegkundigen en de mensen van de logistiek. Het is hard werken maar dat ligt me wel.”
Klaarstomen personeel en materiaal
Dr. Nele Vangheluwe heeft al in zes verschillende Afrikaanse partnerhospitalen meegewerkt aan de uitbouw van de spoed. Op drie jaar tijd stelt ze, steeds in samenwerking met een verpleegkundige en de Afrikaanse collega’s, alles in het werk om hun spoeddienst operationeel te maken. Dit doet ze als vrijwilliger tijdens haar eigen vakantieperiodes.
“Er is een enorme bereidheid en inzet van onze Afrikaanse collega’s om dit te verwezenlijken omdat ze de nood van een spoed inzien. De opleiding van het personeel, het beschikbaar stellen van het juiste materiaal en de zorg voor dat materiaal zijn de grootste uitdagingen. Ik werkte samen met hen een cursus uit. Wat doe je met een acuut zieke patiënt? Wat meet je? Wat zoek je? Hoe behandel je? Waar moet die naartoe? Samen maken we protocollen op maat van hun spoeddienst. We leggen een urgentiekast aan. Daarin zitten alle materialen en noodmedicatie die ze met heel veel respect koesteren. Die zorgzame omgang met het materiaal en ook met elkaar zit trouwens ingebakken bij de mensen die ik leerde kennen.”
Mensen verloren, mensen gewonnen
Nele vertelt hoe elk ziekenhuis zijn eigen troeven ontwikkelde. Zo is het ziekenhuis van Bassila in Benin ver gevorderd in het monitoren van de patiënt. Het ziekenhuis van Nyantende in DR Congo heeft ondertussen een ambulancedienst. In het ziekenhuis van Walungu in DR Congo waren ze net opgestart maar moesten ze de ondersteuning onderbreken wegens de covid-pandemie. Ze zal nooit de mensen vergeten die ze verloren omdat er geen gepaste behandeling mogelijk was of die ene jonge vrouw met astma die stierf door een gebrek aan zuurstof en de juiste medicatie. Maar Nele houdt ook vast aan de mensen die ze wél konden voorthelpen, zoals die andere vrouw met diabetes. “Ze had te hoge suikerwaarden in het bloed en een ontstoken voet en wilde eerst niet behandeld worden. Beetje bij beetje konden we haar vertrouwen winnen. De glimlach op haar gezicht toen ze in goede gezondheid het ziekenhuis verliet, zal me altijd bijblijven.”
Teken van hoop
Als we vragen waarom ze zo graag voor Artsen Zonder Vakantie haar vrije tijd doneert, wordt ze bijna lyrisch. “Ik kan me niet voorstellen dat ik dit niet zou doen. Ik krijg er zoveel van terug. Ik mis de Afrikaanse collega’s enorm. Ze hebben me mildheid en geduld geleerd. Ze zijn creatief in moeilijke omstandigheden. Ik zag zelfs een arts op discrete manier de consultatie van een patiënt betalen, terwijl ze zelf bijna niet rondkomt met haar salaris. ‘Si on donne, on reçoit,’ repliceerde ze toen ik haar vroeg wat er gebeurde. Wij leven gehaast, snel en in overvloed. We moeten voortdurend keuzes maken tussen alles wat mogelijk is. Zij hebben me getoond dat anders leven mogelijk is. Je moet het maar doen hé. Met twee dokters, in een perifeer ziekenhuis, ver van alle comfort, vele patiënten bedienen. Daar is moed voor nodig.” De woorden die haar het meest bijbleven, waren van een dokter die zei dat hij zich door hun komst niet meer in de steek gelaten voelde. “Wij gaan ook naar afgelegen gebieden. Daar waar bijna niemand komt. Ik zag een arts met een boek getiteld ‘chirurgie pour le médecin isolé.’ Dat vond ik zo sprekend. We waren voor hem een teken van hoop, zei hij.”
Vernieuwende visie
De spoedarts kan niet wachten om haar werk verder te zetten ter plaatse. “Ik ben maar een kleine radar in het grotere geheel van wat Artsen Zonder Vakantie doet. Zet mij maar tussen de mensen op het werkveld. Ik ben dan ook fier dat ik voor zo’n organisatie mag werken, die een kritische, vernieuwende visie heeft op internationale solidariteit. Waardoor zorgverleners met minder kansen worden ondersteund zodat patiënten ginds ook meer kansen krijgen.”
Tekst: Ann Palmers