Leren relativeren
We spreken met Dr Yves Kluyskens via Zoom. De aimabele en bescheiden peetvader van het partnerziekenhuis Katako Kombe verschijnt met zijn weelderige witte bos haren voor het scherm. De 72-jarige Gentenaar spreekt geduldig en bedachtzaam en wil vooral niet te veel pluimen op zijn hoed voor wat ik zijn levenswerk noem als het over het ziekenhuis gaat, midden in het centrum van Congo. “Je kan het zo noemen. Maar je moet leren relativeren in het leven.” Dat relativeren zal nog enkele keren terugkomen in ons gesprek. Een levensles die Congo hem bijbracht.
Onder de absolute armoedegrens
Het was in het jaar 1995 dat cardioloog Kluyskens voor het eerst in contact kwam met de gezondheidszone Katako Kombe in de ondoordringbare provincie Sankuru. “De toestand was er schrijnend. Er was niets meer van gezondheidszorg. Er werd zelfs niet meer gevaccineerd.” De streek is één van de armste gebieden van het land waar 90% van de bevolking onder de absolute armoedegrens leeft. Kluyskens ging op zoek naar ngo’s die de streek wilden ondersteunen. In 2004 kwam hij in contact met Artsen Zonder Vakantie waar hij in de Raad van Bestuur belandde als ondervoorzitter. Ondertussen vervulde hij verschillende functies en denkt hij nog steeds vrijwillig mee in de Adviesgroep Zuidwerking.
Volwaardig chirurg
In 2008 ontving het ziekenhuis van Katako Kombe zijn eerste vrijwilligers van Artsen Zonder Vakantie. Kluyskens, die in totaal al zo’n dertig keer ter plaatse ging als zelfstandig consulent voor Memisa, woonde heel wat zendingen van begin af aan bij. “Ik ken heel veel personeelsleden en hun families van het ziekenhuis, weet tot welke stam of clan ze behoren. Ook de vrijwilligers heb ik nagenoeg allemaal aan het werk gezien. Stuk voor stuk gemotiveerde en geëngageerde mensen.” De eerste tien jaren werd vooral ingezet op de uitbouw van de chirurgie, het moederhuis en het labo. “Wat ik fantastisch vind, is dat Herman Devriendt, vrijwillige chirurg en gewezen collega, één van de handigste dokters heeft kunnen overtuigen om zich te gaan specialiseren in Lubumbashi. Het is niet evident om een dokter te vinden die nadien in zo’n geïsoleerde plaats als Katako Kombe wil gaan werken. Je ziet nu een toevloed van patiënten uit andere zones van de provincie omdat er een volwaardig chirurg aanwezig is. Dat vind ik een schitterend resultaat.”
Aandacht voor zorg
Ook over de evolutie van het moederhuis spreekt Kluyskens heel lovend. “Er worden niet alleen bevallingen gedaan, de vrouwen worden er ook goed opgevangen. Er is niet alleen aandacht voor de behandeling of de bevalling maar ook voor de vriendelijke opvang en nazorg van de vrouwen. Dat is niet altijd evident in Congo. Het is er heel anders dan wat je ziet in andere ziekenhuizen uit de regio.”
Hôpital de Démonstration
Al deze inspanningen hebben ertoe geleid dat het ziekenhuis van Katako Kombe met haar 98 bedden als enige van de achttien gezondheidszones in de provincie werd erkend als Hôpital de Démonstration voor het Congolese Ministerie van Volksgezondheid. “Dat wil zeggen dat het ziekenhuis aan een aantal basiscriteria moet voldoen zoals o.a. het hebben van een labo, een echografie en basisradiografie. Dokters en verpleegkundigen uit omliggende ziekenhuizen komen bij ons opleidingen volgen. Bedenk wel dat dit naar Congolese normen soms over 600km verder gaat.”
Met weinig veel doen
Die erkenning is grotendeels de verdienste van wat Artsen Zonder Vakantie heeft gedaan, volgens Kluyskens. “Ik ben heel blij met de bredere visie van Artsen Zonder Vakantie op gezondheidszorg die overeenkomt met wat ik al twintig jaar probeer uit te dragen. Door mijn studies Public Health heb ik geleerd contextueel te denken. In Congo is de gezondheidszorg binnen zones georganiseerd dus is het belangrijk die zones in zijn geheel te bekijken en ook de verpleegkundigen van de gezondheidscentra, waar geen dokters aanwezig zijn, te betrekken bij de opleidingen. Vrijwilligers die voor het eerst een zending doen, hebben soms moeite met die context. Sinds 1995 heb ik in feite weinig verschil gezien in de sociaaleconomische situatie van Congo, onder meer wat betreft armoede, wegeninfrastructuur of tussenkomst van de staat. Dus je moet proberen met zo weinig mogelijk middelen zoveel mogelijk te verwezenlijken. Ik had het vroeger zelf moeilijk met de knop om te draaien als ik terugkwam naar België. De volgende dag ging ik dan werken in het Maria Middelares ziekenhuis in Gent waar je alle middelen hebt om ook de kleine dingen te doen.”
Parallel systeem
“Je moet leren relativeren. Als vrijwilliger moet je ook leren met andere culturen omgaan. Afrikanen denken niet op dezelfde manier als wij. Je moet rekening houden met alle andere personen die zich bezighouden met gezondheidszorg. Je hebt tovenaars, féticheurs. Je hebt traditionele dokters. Psychiatrie bestaat nagenoeg niet, dat wordt gedaan door traditionelen. Als je consultaties doet in Congo en je vraagt of ze traditionele medicijnen nemen, zeggen ze neen, maar ze doen het allemaal, tot de verpleegkundigen toe. Dus als iemand op consultatie komt, heeft die vaak al een hele weg afgelegd. Dat is een parallel systeem waar je rekening mee moet houden als je iemand behandelt.”
Gemengde teams
Hij krijgt nog dagelijks mails van het ziekenhuis met vragen of mededelingen. “Vandaag start een spoedzending via Artsen Zonder Vakantie en vorige maand was er een zending pediatrie, allebei met lokale Congolese experts. Ik ben heel blij met deze evolutie om de teams gemengd te maken. Daar heb ik altijd voor gepleit. Dus ik wens dat Artsen Zonder Vakantie de goede weg verderzet met een brede visie op lange termijn!”
Tekst: Ann Palmers